Hoewel Gambia slechts een klein land is, zijn het toch tal van bezienswaardigheden die de moeite van het bezoeken waard zijn en zorgen dat je reis naar Gambia onvergetelijk wordt. Zo zorgt de relatief smalle groene strook langs de rivier de Gambia voor een breed scala aan natuurschoon. Ook zijn er tal van leuke plaatsen om te bezoeken en ook de Atlantische kust herbergt een aantal mooie bezienswaardigheden. Op deze pagina hebben wij een aantal van deze bezienswaardigheden voor u uitgekozen. Wij zijn van mening dat al deze bezienswaardigheden de moeite van het bezichtigen waard zijn. Natuurlijk zijn er nog meer bezienswaardigheden en is het altijd goed om je breder te oriënteren om zo een goed verblijf op maat te kunnen krijgen.
Wide open Walls
Het project “Wide open Walls” is een prachtige verzameling muurschilderingen die terug te vinden zijn in een aantal bij elkaar gelegen dorpjes in Gambia. Gambiaanse Street art is het gevolg. De bedoeling van het project is dat lokale gemeenschappen op deze manier een kleurrijke bezienswaardigheid maken waar toeristen op afkomen. Enerzijds levert dit inkomsten op uit de toeristenindustrie en anderzijds worden de dorpjes er fraaier mee. Voor het project zijn wereldbefaamde straatartiesten aangetrokken. Hiermee is een openluchtmuseum gecreëerd met hoogstaande Street art. Laat je verrassen door zowel authentiek geïnspireerde Afrikaanse muurschilderingen, als moderne futuristische muurschilderingen die een kleurrijk contrast bieden. Één ding dat de werken gemeen hebben zijn de vele levendige kleuren die zijn gebruikt. Nog altijd worden er werken bij gecreëerd, maar nu kan al gesproken worden van een zeer geslaagd project. Naast dat je prachtige muurschilderingen bewonderd, kom je ook in leuke authentieke dorpjes. Dat is weer eens wat anders als de activiteiten die vaak worden aangeboden vanaf het resort waar je verblijft. Zo leer je het echte Gambia kennen.
Abuko Nature Reserve
Een bezoek aan het Abuko Nature Reserve wordt ook wel eens een “safari voor beginners” genoemd. Wat ons betreft is dit een niet al te flatterende benaming voor dit park. Hoewel het park slechts een klein oppervlak beslaat, wordt het beschouwd als één van de belangrijkste wildparken van Gambia.
Het park heeft dan ook een aantal interessante trekpleisters. Zo kunnen liefhebbers van vogels hier uren aan een stuk vogelspotten en soorten herkennen die ze nog niet eerder hebben gezien. Veel van de grote Afrikaanse dieren zijn hier niet; op één na. Het is bijna zo goed als zeker dat je hier nijlpaarden zult spotten. In dezelfde wateren waren nijlpaarden vertoeven kun je ook krokodillen spotten. Ook liefhebbers van slangen kunnen na wat beter speurwerk hun hart ophalen. Bekende en tevens beruchte slangen die hier voorkomen zijn de zwarte cobra, de python en de groene mamba. Het unieke aan Abuko Nature Reserve is dat het park slechts op een kleine afstand van de grote hotels en resorts ligt. Hiermee is het oerwoud snel en makkelijk bereikbaar. Ook de hoofdstad Banjul ligt op slechts een kleine afstand van het park. Naast het park met de mooie dieren en planten is er ook het Makasutu Wildlife Trust. Dit onderzoekscentrum houdt zich bezig met de biodiversiteit van Gambia. Als je graag voor een wat langere periode in Gambia wil blijven zou je hier jezelf als vrijwilliger aan de slag kunnen. Wellicht is het ook interessant om onder begeleiding van een gids een tour te doen door het park. Hij weet je van alles te vertellen over de bijzondere flora en fauna die hier te vinden zijn. Bovendien is een gids niet duur, biedt hij een meerwaarde aan je bezoek van het park, en help je op deze manier de lokale bevolking aan inkomsten.
James Island
Er zijn niet veel plekken in Gambia die voorkomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De locatie van James Island heeft helaas zijn plaats wel verdiend op deze lijst. Natuurlijk is het een eer voor een locatie om als werelderfgoed beschouwd te worden, maar de geschiedenis die er in het geval van dit eiland aan voorafging, is moeilijk eervol te noemen. James Island deed namelijk dienst als verzamelpunt van slaven. Afrikaanse slaven werden na dit fort gebracht om vervolgens verscheept te worden naar de nieuwe wereld. Een triest verhaal waarvan de sporen nog altijd zichtbaar zijn. Wat dat betreft, is het ook goed dat UNESCO deze locatie heeft toegekend als werelderfgoed. Onder Duits bewind werd het fort in 1651 gebouwd. In eerste instantie werd het eiland Sint-Andreas genoemd. Tien jaar later veroverde de Britten het eiland en veranderde de naam naar James Island. Op het eiland kun je nog altijd de restanten van het oude fort te bewonderen. Gidsen vertellen en je over het verleden en wat er gebeurde op het eiland. In de loop der jaren hebben meerdere Europese grootmachten het hier voor het zeggen gehad. Naast de Duitsers en Engelsen waren ook de Nederlanders hier aanwezig. Zeker Nederland kan deze periode als een zwarte bladzijde uit haar geschiedenis beschouwen. Het waren vooral de Nederlanders die zeer veel slaven verhandeld hebben. James Island is duidelijk een stuk erfgoed dat niet vergeten mag worden.
Bijilo Forest Park
Niet ver van de Gambiaanse hoofdstad Banjul ligt het Bijilo Forest Park. Het park ligt gesitueerd aan de kust en is ruim eenenvijftig hectare groot. Daarmee is het een aanzienlijk bosgebied dat bovendien een officieel natuurreservaat is. In 1950 werd dit gebied opgericht om oorspronkelijk als bosbouwlocatie te fungeren. Hoewel eenenvijftig hectare niet groot mag lijken, bleek het voor de bosbouw niet rendabel genoeg. Sinds 1982 is het een beschermd natuurgebied. Wat Bijilo Forest Park zo bijzonder maakt, is dat het park het laatste natuurlijke West-Atlantische kustbos is. Daarmee is het een unieke locatie en zeer de moeite van het bezoeken waard. Enkele van de bekende Afrikaanse bomen en planten die hier te vinden zijn zijnde Ethiopische palmyra palm, de baobabboom en diverse soorten vijgen. Ook de enorme oliepalmen vallen erg op door hun grote postuur. Naast de prachtige flora herbergt het gebied ook nog een aantal interessante diersoorten, zoals vele vogelsoorten en het aantal apensoorten. Ook is de kans groot dat je ook reptielen zult spotten, want die zijn hier in groten getale aanwezig.
MacCarthy Island
Bijna 300 kilometer stroomopwaarts in de rivier de Gambia kun je het eiland MacCarthy Island bezoeken. Al in de vijftiende eeuw vestigden zich hier Europese handelaars. Lange tijd bleef het eiland een belangrijke handelspost, tot in de negentiende eeuw. Handelaren op het eiland genoten bescherming van het Britse garnizoen, die er waren om de handel te beschermen. De naam van het eiland is te danken aan Sir Charles MacCarthy, een voormalig gouverneur van de Britse West-Afrikaanse gebieden. De rijke geschiedenis van het eiland heeft ervoor gezorgd dat er nog altijd vele sporen van terug te vinden zijn. Dat is dan ook een reden waarom een bezoek aan het eiland zeer interessant en leerzaam is. Waar in de volksmond nog vaak de naam MacCarthy Island wordt gebezigd, is het eiland reeds lange tijd al bekend onder de officiële naam Janjanbureh. Een van de interessante bezienswaardigheden op het eiland zijn de restanten Fort George. Dit fort werd opgericht om de bevrijde slaven te huisvesten. Van het Fort zijn nog slechts enkele restanten te bewonderen, evenals van het Fort Campbell dat werd gebouwd ter vervanging van Fort George en nog tot 1850 werd gebruikt. Naast de sporen van het verleden heeft het eiland ook enkele interessante diersoorten en een rijk spectrum aan fauna.
Kachikally krokodillenpoel
Als Je gefascineerd bent door de grote reptielen, dan mag een bezoek aan de Kachikally krokodillenpoel zeker niet ontbreken. In het museum dat te vinden is op het terrein van de Kachikally krokodillenpoel kom je meer te weten over een aantal aspecten die onlosmakelijk verbonden zijn met Gambia. Zo is er een ruimte over de lokale tradities waar een groot versierd masker het pronkstuk is. Ook is er een ruimte waar muziek centraal staat. Hier tref je tal van zelfgemaakte muziekinstrumenten. Opvallend zijn ook de trommels die hier tentoongesteld worden, die werden gebruikt voor communicatie.
In de ruimte die is toegewijd aan de wereldoorlogen kom je meer te weten over de Gambiaanse soldaten die zowel in de eerste als Tweede Wereldoorlog hebben meegevochten. In de vierde ruimte van het museum leer je veel meer over de geschiedenis van Gambia en tevens over de geschiedenis van de Kachikally krokodillenpoel.
Deze vind je buiten, het is alleen onder begeleiding van een gids te bezoeken. Hier zit namelijk geen glas of hek tussen de bezoekers en de krokodillen. Het is zelfs mogelijk om de krokodillen aan te raken. Her en der, verspreid over de vijvers onder een dikke laag kroos, liggen de krokodillen. Let ook op hoe krachtig de kaken van de krokodillen zijn wanneer ze gevoed worden.
Arch 22
In Parijs is er de kenmerkende Arc de Triomphe en in Berlijn de Brandenburger tor, iconische toegangspoorten. In Gambia is er de Arch 22, een triomfboog die je toegang geeft tot de hoofdstad van Gambia, Banjul. De boog heeft nog niet zo’n lange geschiedenis en dateert uit 1996. Hij werd ontworpen door de Senegalese architect Pierre Goudiaby, en het hoogste punt van de boog zit op zo’n vijfendertig meter. Vlak voor de boog staat het standbeeld van de onbekende soldaat die een baby draagt. De boog is dan ook gebouwd ter nagedachtenis van de militaire coup op 22 juli 1994. Tot 2016 was de boog ook het hoogste bouwwerk van Gambia. Naast dat het mogelijk is om de boog vanaf de grond te bewonderen kun je ook met een lift naar boven en vanuit de tussenliggende balustrade genieten van het uitzicht over Banjul. Ook vind je aan de bovenzijde een café en een klein museum met exposities over landbouwwerktuigen, traditionele kleding, bamboestokken en pijlen en lokale handgemaakte vuurwapens. Het pronkstuk van dit museum is een met de handgeschreven versie van de toespraak van de president. Hoewel dit bouwwerk beschouwd wordt als een van de toeristentrekpleisters van Gambia is het wel goed om te weten dat dit gebouw symbool is voor een staatsgreep die op niet democratische manier heeft plaatsgevonden. Ook is het goed om te weten dat de bouw van de triomfboog veel geld heeft gekost, geld dat ook op een andere manier besteed had kunnen worden in het arme Gambia.
Gambia National Museum
In de hoofdstad van Gambia, Banjul, ligt het Gambia National Museum. Dit belangrijke museum herbergt een aantal historische documenten die zeer verwant zijn met de totstandkoming en de geschiedenis van het huidige Gambia. Officieel opende het museum in 1985 haar deuren, 15 jaar nadat ‘vrienden van het Nationaal museum’ in het leven werden geroepen. Het museum stelt zich ten doel om een uitgebreide collectie van artefacten en documenten te verzamelen en te conserveren. De collectie heeft, zoals de naam van het museum al doet vermoeden, een sterke verwantschap met Gambia en de identiteit van het land. In de vertrekken van het museum zijn er drie ruimten waarin exposities worden gehouden. Op de begane grond kom je meer te weten over de politieke en culturele geschiedenis van de nationale hoofdstad Banjul. In de kelders van het gebouw leer je alles over muzikaal erfgoed van Gambia. Hier vind je een rijke collectie aan populaire instrumenten en meer informatie over de muziek en de rol daarvan binnen de maatschappij van Gambia. De bovenverdieping van het museum vertelt dan weer meer over archeologische vondsten in Gambia, maar ook andere plekken in West-Afrika. In een ander deel van deze verdieping kom je meer te weten over de koloniale tijd en de tijd voordat Gambia onafhankelijk werd.
Kiang West National Park
Het Kiang West National Park is met 19.000 hectare het grootste natuurreservaat van Gambia. Het park ligt landinwaarts op zo’n 145 kilometer van de hoofdstad Banjul. Het natuurgebied situeert zich rond de Lower River, het laaglandgebied van de rivier de Gambia. Het park werd opgericht in 1987 en herbergt, naast prachtige flora, ook uniek Afrikaanse fauna. Hierbij kun je denken aan Bosbokken, de antilopeachtige duikers en de statige katachtige Caracal. Vooral de prachtige spitsachtige oren en het korte staartje zijn kenmerkend voor dit prachtige dier. Ook zijn er mangoesten, otters en krokodillen in het park te vinden. Met een beetje geluk tref je zelfs nog een Afrikaanse Lamantijn, ook wel bekend als zeekoe. Aan de geluiden te horen is de kans ook aanwezig dat je her en der een baviaan of een aap spot. Omdat het park wat meer landinwaarts ligt, is het nog niet overrompeld door toeristen, waardoor het nog erg authentiek aandoet. Naast het prachtige dierenrijk dat hier te vinden is, vind je hier ook een aantal fenomenen uit het faunarijk, die uniek te noemen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de galerijbossen, de natte savanne en de mangrovebossen.
De steencirkels van Senegambia
Aan de noordelijke oevers van de Gambiarivier, aan de grens met Senegal vinden we de steencirkels van Senegambia. Ze doen denken aan Europese steencirkels, zoals Stonehenge in het Verenigd Koninkrijk. Deze steencirkels staan op de erfgoedlijst van UNESCO. Het gaat om een grote verzameling steencirkels waarvan een deel te vinden is in Gambia en een nog groter deel in Senegal. De steencirkels tonen aan dat er hier in lang vervlogen tijden al beschavingen waren die de kennis hadden en het zich konden permitteren om dergelijke bouwwerken te creëren. De cirkels dateren waarschijnlijk uit een periode van de derde eeuw voor Christus tot de zesde eeuw na Christus. Het gebied met de steencirkels omvat een groot oppervlak met maar liefst 29.000 stenen en 17.000 monumenten, verspreid over ruim 2000 individuele locaties te bewonderen zijn. Zeker de steencirkels van Wassu zijn bekend. Deze liggen in het Niani district en de grootste steen steekt maar liefst 2,60 meter boven de grond uit. Deze site vind je ook terug op het bankbiljet van 50 dalasi.