GAMBIA
TIP 3: BEZIENSWAARDIGHEDEN
Hoewel Gambia slechts een klein land is, zijn het toch tal van
bezienswaardigheden die de moeite van het bezoeken waard zijn en
zorgen dat je reis naar Gambia onvergetelijk wordt. Zo zorgt de
relatief smalle groene strook langs de rivier de Gambia voor een breed
scala aan natuurschoon. Ook zijn er tal van leuke plaatsen om te
bezoeken en ook de Atlantische kust herbergt een aantal mooie
bezienswaardigheden. Op deze pagina hebben wij een aantal van deze
bezienswaardigheden voor u uitgekozen. Wij zijn van mening dat al deze
bezienswaardigheden de moeite van het bezichtigen waard zijn.
Natuurlijk zijn er nog meer bezienswaardigheden en is het altijd goed
om je breder te oriënteren om zo een goed verblijf op maat te kunnen
krijgen.
Wide open Walls
Het project “Wide open Walls” is een prachtige verzameling
muurschilderingen die terug te vinden zijn in een aantal bij elkaar
gelegen dorpjes in Gambia. Gambiaanse Street art is het gevolg. De
bedoeling van het project is dat lokale gemeenschappen op deze manier
een kleurrijke bezienswaardigheid maken waar toeristen op afkomen.
Enerzijds levert dit inkomsten op uit de toeristenindustrie en
anderzijds worden de dorpjes er fraaier mee. Voor het project zijn
wereldbefaamde straatartiesten aangetrokken. Hiermee is een
openluchtmuseum gecreëerd met hoogstaande Street art. Laat je
verrassen door zowel authentiek geïnspireerde Afrikaanse
muurschilderingen, als moderne futuristische muurschilderingen die een
kleurrijk contrast bieden. Één ding dat de werken gemeen hebben zijn
de vele levendige kleuren die zijn gebruikt. Nog altijd worden er
werken bij gecreëerd, maar nu kan al gesproken worden van een zeer
geslaagd project. Naast dat je prachtige muurschilderingen bewonderd,
kom je ook in leuke authentieke dorpjes. Dat is weer eens wat anders
als de activiteiten die vaak worden aangeboden vanaf het resort waar
je verblijft. Zo leer je het echte Gambia kennen.

Abuko Nature Reserve
Een bezoek aan het Abuko Nature Reserve wordt ook wel eens een “safari
voor beginners” genoemd. Wat ons betreft is dit een niet al te
flatterende benaming voor dit park. Hoewel het park slechts een klein
oppervlak beslaat, wordt het beschouwd als één van de belangrijkste
wildparken van Gambia.
Het park heeft dan ook een aantal interessante trekpleisters. Zo
kunnen liefhebbers van vogels hier uren aan een stuk vogelspotten en
soorten herkennen die ze nog niet eerder hebben gezien. Veel van de
grote Afrikaanse dieren zijn hier niet; op één na. Het is bijna zo
goed als zeker dat je hier nijlpaarden zult spotten. In dezelfde
wateren waren nijlpaarden vertoeven kun je ook krokodillen spotten.
Ook liefhebbers van slangen kunnen na wat beter speurwerk hun hart
ophalen. Bekende en tevens beruchte slangen die hier voorkomen zijn de
zwarte cobra, de python en de groene mamba. Het unieke aan Abuko
Nature Reserve is dat het park slechts op een kleine afstand van de
grote hotels en resorts ligt. Hiermee is het oerwoud snel en makkelijk
bereikbaar. Ook de hoofdstad Banjul ligt op slechts een kleine afstand
van het park. Naast het park met de mooie dieren en planten is er ook
het Makasutu Wildlife Trust. Dit onderzoekscentrum houdt zich bezig
met de biodiversiteit van Gambia. Als je graag voor een wat langere
periode in Gambia wil blijven zou je hier jezelf als vrijwilliger aan
de slag kunnen. Wellicht is het ook interessant om onder begeleiding
van een gids een tour te doen door het park. Hij weet je van alles te
vertellen over de bijzondere flora en fauna die hier te vinden zijn.
Bovendien is een gids niet duur, biedt hij een meerwaarde aan je
bezoek van het park, en help je op deze manier de lokale bevolking aan
inkomsten.
James Island
Er zijn niet veel plekken in Gambia die voorkomen op de
werelderfgoedlijst van UNESCO. De locatie van James Island heeft
helaas zijn plaats wel verdiend op deze lijst. Natuurlijk is het een
eer voor een locatie om als werelderfgoed beschouwd te worden, maar de
geschiedenis die er in het geval van dit eiland aan voorafging is
moeilijk eervol te noemen. James Island deed namelijk dienst als
verzamelpunt van slaven. Afrikaanse slaven werden na dit fort gebracht
om vervolgens verscheept te worden naar de nieuwe wereld. Een triest
verhaal waarvan de sporen nog altijd zichtbaar zijn. Wat dat betreft
is het ook goed dat UNESCO deze locatie heeft toegekend als
werelderfgoed. Onder Duits bewind werd het fort in 1651 gebouwd. In
eerste instantie werd het eiland Sint Andreas genoemd. Tien jaar later
veroverde de Britten het eiland en veranderde de naam naar James
Island. Op het eiland kun je nog altijd de restanten van het oude fort
te bewonderen. Gidsen vertellen en je over het verleden en wat er
gebeurde op het eiland. In de loop der jaren hebben meerdere Europese
grootmachten het hier voor het zeggen gehad. Naast de Duitsers en
Engelsen waren ook de Nederlanders hier aanwezig. Zeker Nederland kan
deze periode als een zwarte bladzijde uit haar geschiedenis
beschouwen. Het waren vooral de Nederlanders die zeer veel slaven
verhandeld hebben. James Island is duidelijk een stuk erfgoed dat niet
vergeten mag worden.

Bijilo Forest Park
Niet ver van de Gambiaanse hoofdstad Banjul ligt het Bijilo Forest
Park. Het park ligt gesitueerd aan de kust en is ruim eenenvijftig
hectare groot. Daarmee is het een aanzienlijk bosgebied dat bovendien
een officieel natuurreservaat is. In 1950 werd dit gebied opgericht om
oorspronkelijk als bosbouwlocatie te fungeren. Hoewel eenenvijftig
hectare niet groot mag lijken, bleek het voor de bosbouw niet rendabel
genoeg. Sinds 1982 is het een beschermd natuurgebied. Wat Bijilo
Forest Park zo bijzonder maakt is dat het park het laatste natuurlijke
West-Atlantische kustbos is. Daarmee is het een unieke locatie en zeer
de moeite van het bezoeken waard. Enkele van de bekende Afrikaanse
bomen en planten die hier te vinden zijn zijnde Ethiopische palmyra
Palm, de baobabboom en diverse soorten vijgen. Ook de enorme
oliepalmen vallen erg op door hun grote postuur. Naast de prachtige
flora herbergt het gebied ook nog een aantal interessante diersoorten,
zoals vele vogelsoorten en het aantal apensoorten. Ook is de kans
groot dat je ook reptielen zult spotten, want die zijn hier in groten
getale aanwezig.
MacCarthy Island
Bijna 300 kilometer stroomopwaarts in de rivier de Gambia kun je het
eiland MacCarthy Island bezoeken. Al in de vijftiende eeuw vestigden
zich hier Europese handelaars. Lange tijd bleef het eiland een
belangrijke handelspost, tot in de negentiende eeuw. Handelaren op het
eiland genoten bescherming van het Britse garnizoen, die er waren om
de handel te beschermen. De naam van het eiland is te danken aan Sir
Charles MacCarthy, een voormalig gouverneur van de Britse
West-Afrikaanse gebieden. De rijke geschiedenis van het eiland heeft
ervoor gezorgd dat er nog altijd vele sporen van terug te vinden zijn.
Dat is dan ook een reden waarom een bezoek aan het eiland zeer
interessant en leerzaam is. Waar in de volksmond nog vaak de naam
MacCarthy Island wordt gebezigd, is het eiland reeds lange tijd al
bekend onder de officiële naam Janjanbureh. Een van de interessante
bezienswaardigheden op het eiland zijn de restanten Fort George. Dit
fort werd opgericht om de bevrijde slaven te huisvesten. Van het Fort
zijn nog slechts enkele restanten te bewonderen, evenals van het Fort
Campbell dat werd gebouwd ter vervanging van Fort George en nog tot
1850 werd gebruikt. Naast de sporen van het verleden heeft het eiland
ook enkele interessante diersoorten en een rijk spectrum aan fauna.
Kachikally krokodillenpoel
Als Je gefascineerd bent door de grote reptielen, dan mag een bezoek
aan de Kachikally krokodillenpoel zeker niet ontbreken. In het museum
dat te vinden is op het terrein van de Kachikally krokodillenpoel kom
je meer te weten over een aantal aspecten die onlosmakelijk verbonden
zijn met Gambia. Zo is er een ruimte over de lokale tradities waar een
groot versierd masker het pronkstuk is. Ook is er een ruimte waar
muziek centraal staat. Hier tref je tal van zelfgemaakte
muziekinstrumenten. Opvallend zijn ook de trommels die hier
tentoongesteld worden, die werden gebruikt voor communicatie.
In de ruimte die is toegewijd aan de wereldoorlogen kom je meer te
weten over de Gambiaanse soldaten die zowel in de eerste als tweede
wereldoorlog hebben meegevochten. In de vierde ruimte van het museum
leer je veel meer over de geschiedenis van Gambia en tevens over de
geschiedenis van de Kachikally krokodillenpoel.
Deze vind je buiten het is alleen onder begeleiding van een gids te
bezoeken. Hier zit namelijk geen glas of hek tussen de bezoekers en de
krokodillen. Het is zelfs mogelijk om de krokodillen aan te raken. Her
en der, verspreid over de vijvers onder een dikke laag kroos, liggen
de krokodillen. Let ook op hoe krachtig de kaken van de krokodillen
zijn wanneer zij gevoed worden.

Arch 22
In Parijs is er de kenmerkende Arc de Triomphe en in Berlijn de
Brandenburger tor, iconische toegangspoorten. In Gambia is er de Arch
22, een triomfboog die je toegang geeft tot de hoofdstad van Gambia,
Banjul. De boog heeft nog niet zo’n lange geschiedenis en dateert uit
1996. Hij werd ontworpen door de Senegalese architect Pierre Goudiaby,
en het hoogste punt van de boog zit op zo’n vijfendertig meter. Vlak
voor de boog staat het standbeeld van de onbekende soldaat die een
baby draagt. De boog is dan ook gebouwd ter nagedachtenis van de
militaire coup op 22 juli 1994. Tot 2016 was de boog ook het hoogste
bouwwerk van Gambia. Naast dat het mogelijk is om de boog vanaf de
grond te bewonderen kun je ook met een lift naar boven en vanuit de
tussenliggende balustrade genieten van het uitzicht over Banjul. Ook
vind je aan de bovenzijde een café en een klein museum met exposities
over landbouwwerktuigen, traditionele kleding, bamboestokken en pijlen
en lokale handgemaakte vuurwapens. Het pronkstuk van dit museum is een
met de handgeschreven versie van de toespraak van de president. Hoewel
dit bouwwerk beschouwd wordt als een van de toeristentrekpleisters van
Gambia is het wel goed om te weten dat dit gebouw symbool is voor een
staatsgreep die op niet democratische manier heeft plaatsgevonden. Ook
is het goed om te weten dat de bouw van de triomfboog veel geld heeft
gekost, geld dat ook op een andere manier besteed had kunnen worden in
het arme Gambia.
Gambia National Museum
In de hoofdstad van Gambia, Banjul, ligt het Gambia National Museum.
Dit belangrijke museum herbergt een aantal historische documenten die
zeer verwant zijn met de totstandkoming en de geschiedenis van het
huidige Gambia. Officieel opende het museum in 1985 haar deuren, 15
jaar nadat ‘vrienden van het Nationaal museum’ in het leven werden
geroepen. Het museum stelt zich ten doel om een uitgebreide collectie
van artefacten en documenten te verzamelen en te conserveren. De
collectie heeft, zoals de naam van het museum al doet vermoeden, een
sterke verwantschap met Gambia en de identiteit van het land. In de
vertrekken van het museum zijn er drie ruimten waarin exposities
worden gehouden. Op de begane grond kom je meer te weten over de
politieke en culturele geschiedenis van de nationale hoofdstad Banjul.
In de kelders van het gebouw leer je alles over muzikaal erfgoed van
Gambia. Hier vind je een rijke collectie aan populaire instrumenten en
meer informatie over de muziek en de rol daarvan binnen de
maatschappij van Gambia. De bovenverdieping van het museum vertelt dan
weer meer over archeologische vondsten in Gambia, maar ook andere
plekken in West-Afrika. In een ander deel van deze verdieping kom je
meer te weten over de koloniale tijd en de tijd voordat Gambia
onafhankelijk werd.
Kiang West National Park
Het Kiang West National Park is met 19.000 hectare het grootste
natuurreservaat van Gambia. Het park ligt landinwaarts op zo’n 145
kilometer van de hoofdstad Banjul. Het natuurgebied situeert zich rond
de Lower River, het laaglandgebied van de rivier de Gambia. Het park
werd opgericht in 1987 en herbergt, naast prachtige flora ook uniek
Afrikaanse fauna. Hierbij kun je denken aan Bosbokken, de
antilopeachtige duikers en de statige katachtige Caracal. Vooral de
prachtige spitsachtige oren en het korte staartje zijn kenmerkend voor
dit prachtige dier. Ook zijn er mangoesten, otters en krokodillen in
het park te vinden. Met een beetje geluk tref je zelfs nog een
Afrikaanse Lamantijn, ook wel bekend als zeekoe. Aan de geluiden te
horen is de kans ook aanwezig dat je her en der een baviaan of een aap
spot. Omdat het park wat meer landinwaarts ligt is het nog niet
overrompeld door toeristen, waardoor het nog erg authentiek aandoet.
Naast het prachtige dierenrijk dat hier te vinden is vind je hier ook
een aantal fenomenen uit het faunarijk, die uniek te noemen zijn. Denk
bijvoorbeeld aan de galerijbossen, de natte savanne en de
mangrovebossen.
De steencirkels van Senegambia
Aan de noordelijke oevers van de Gambiarivier, aan de grens met
Senegal vinden we de steencirkels van Senegambia. Ze doen denken aan
Europese steencirkels, zoals Stonehenge in het Verenigd Koninkrijk.
Deze steencirkels staan op de erfgoedlijst van UNESCO. Het gaat om een
grote verzameling steencirkels waarvan een deel te vinden is in Gambia
en een nog groter deel in Senegal. De steencirkels tonen aan dat er
hier in lang vervlogen tijden al beschavingen waren die de kennis
hadden en het zich konden permitteren om dergelijke bouwwerken te
creëren. De cirkels dateren waarschijnlijk uit een periode van de
derde eeuw voor Christus tot de zesde eeuw na Christus. Het gebied met
de steencirkels omvat een groot oppervlak met maar liefst 29.000
stenen en 17.000 monumenten, verspreid over ruim 2000 individuele
locaties te bewonderen zijn. Zeker de steencirkels van Wassu zijn
bekend. Deze liggen in het Niani district en de grootste steen steekt
maar liefst 2,60 meter boven de grond uit. Deze site vind je ook terug
op het bankbiljet van 50 dalasi.
Meer over de bezienswaardigheden van Gambia
bezienswaardigheden in Gambia
top 10 bezienswaardigheden van Gambia
|